Moe-is-sie, zo heette lang geleden één van mijn voorvaders. Hij was liever lui dan moe, nooit tot helpen bereid, had altijd een heel zwaar leven, vond ie zelf. Om die reden waren buren en andere dorpsgenoten hem ‘moe-is-sie’ gaan noemen. En toen achternamen werden ingevoerd, werd zijn bijnaam automatisch zijn achternaam. Zijn kinderen vonden dat niet fijn en op een dag zei de jongste: ‘Weet je wat, we zeggen dat onze achternaam uit Frankrijk komt en gaan em op z’n Frans uitspreken: Mouissie.’ De andere kinderen vonden dat een tof idee en zo ben ik aan m’n achternaam gekomen!
Op startzondag, gistermorgen in het Corderius College, deden we een kennismakingsspel: in groepjes van 10-15 personen mocht iedereen iets over zichzelf vertellen. Over zijn of haar naam bijvoorbeeld. In ronde 2 mocht iedereen iets over zichzelf vertellen waarvan ie dacht dat hij/zij de enige zou zijn die iets had/kon/meegemaakt had/enzovoort. Een geweldige manier om met elkaar kennis te maken!
Weinigen geloofden mijn verhaal trouwens. Snap je dat nou?! 🙂