‘Ineens valt regen blij over het Bakadal: Gods eigen tranen.’ (Psalm 84:6-8)

Categorie: Ontspanning – lopen

Een rondje (3)

In de Bijbel, boek van God en mensen, wordt heel wat afgewandeld.
Direct in het begin is het al raak, en hoe! In de tuin van Eden (meer bekend als ‘het paradijs’, hoewel die naam in Genesis 1 en 2 niet voorkomt),  liepen de mens en zijn vrouw (meer bekend als ‘Adam en Eva’, hoewel ze op dat moment nog niet zo heetten), een rondje. Ook God liep door de tuin, hoorden de mens en zijn vrouw. Hoe hoorden ze dat? Er was aan het eind van de middag een frisse wind gaan waaien, lezen we.
Was die frisse wind een thin place? Dat is een term uit de Keltische spiritualiteit. Een dunne ruimte of een dunne plaats is daar waar hemel en aarde elkaar raken, waar de grens tussen het zichtbare en het onzichtbare flinterdun is of zelfs wegvalt. Een dunne plaats is dus de ruimte of de ontmoeting waar je verwonderd fluistert: Hij is hier! Een dunne plaats is daar waar je Gods tegenwoordigheid ervaart, gezocht of ongezocht. De momenten waarop onze 4 kinderen geboren werden, waren in mijn herinnering ‘thin places’. (Ik denk overigens dat Lijda die momenten iets anders beleefde…) Als ik terugdenk aan bepaalde overlijdens, had ik dezelfde ervaring: God is hier! 

Lopend langs bloeiende bomen en met blauwalg besmet water, door geruststellende stilte en langs opgewonden bellende trams, in de verste verte geen mens te zien of tegen elkaar aanlopend in een drukke winkelstraat, waar twee vrijende mensen elkaar een kus geven of scheldende mensen elkaar de ergste ziekten toewensen, op bergen en in dalen, ja, overal is God, geloof ik. Maar, weet U, mijn geloof heeft meer dunne plaatsen nodig…

Een rondje (2)

‘Ik ga even een rondje, hoor!’
Riep ik dat in Rotterdam, dan liep ik meestal ‘een rondje plas’, dat bijna 1,5 uur in beslag nam. Langs Plaswijck, eertijds voornaam restaurant voor recepties en zakenlunches, maar langzaamaan verwilderend, naar de Straatweg, visitekaartje van Hillegersberg. Richting centrum en dan naar links, de Prins Bernhardkade, waar het Prinsemolenpad begon, met aan de ene kant de Rotte en aan de andere kant de Bergse Plas.
‘Een rondje centrum’  vond ik ook heerlijk: veel drukker, levendig straatbeeld, culturen, talen, winkels (en de tram terug als ik geen zin  meer had om verder te lopen). ‘k Weet niet precies waarom ik de voorkeur geef aan ‘een rondje plas’… Wijst dat op (positief): trouw aan goede gewoonten? Of op (misschien negatief): voorspelbaar en oersaai? Wat ziet het Prinsemolenfietspad er trouwens geweldig uit!
De overeenkomst tussen Rotterdam en Spakenburg is dat beide plaatsen een haven hebben. De andere overeenkomst is dat ik de laatste jaren ook kies tussen 2 ‘soorten’ rondjes. De langste en levendigste route (ruim 7 km) voert langs de Fokjesweg, Westdijk, het Kleine Zeetje en de haven naar het centrum. Van daaruit loop ik langs verschillende wegen terug. De kortste route (bijna 4 km) beslaat een poldertje: Sint Nicolaasweg – Gasthuisweg – Bikkersweg. Kwakend vliegen ganzen over; in de verte, voorbij Eemdijk, het torentje van Eemnes en nog verder weg, het glooiende Gooi. Op beide tochten kom ik vaak 2 kraplappen tegen, op de fiets. Nou, die zie je niet in Brazilië of Rotterdam!

Een rondje (1)

‘Ik ga even een rondje, hoor!’ – Geen idee hoelang ik dit al roep…
Eerst jaar in – jaar uit in Brazilië; nu alweer ruim 20 jaar in Nederland.
Aanvankelijk liep ik hard. In Parque São Lourenço in Curitiba, hoofdstad van de zuidelijke deelstaat Paraná (Brazilië). Meestal ’s ochtends vroeg, altijd heerlijk fris en soms was het houten bruggetje zelfs wit, als de temperatuur zich een graadje onder het vriespunt had gewaagd.

Toen we naar Carambeí verhuisden, nam ik het rondje mee. Vanuit onze straat de Avenida dos Pioneiros op richting kolonie. Bij de begraafplaats naar rechts, de Rua Tibagi. Vervolgens liepen we om de school naar beneden en omhoog richting de kerk, dan naar links, voor hotel de Klomp langs, terug naar de begraafplaats. Meestal liepen we elke dag 4 rondjes. ‘We’, want vaak ging Rik mee, of één van de andere kinderen. Eerst liepen we altijd hard; later wandelden we, snel, snelwandelen. En dat doe ik nog steeds. Als je zin hebt eens mee te lopen?

© 2021 Pelgrims

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑