Maria dacht dat Jezus de tuinman was. ‘Haar ogen stonden vol tranen’,  hoorde ik op de kleuterschool, ‘daarom herkende ze hem niet.’ Zou het?
En de Emmaüsgangers? Die waren zo teleurgesteld en boos dat ze Jezus gewoonweg niet herkenden. Zou het?
Waren het emoties of was het Jezus’ nieuwe verschijning waar zijn volgelingen eerst doorheen moesten leren kijken? Hij kwam niet langer door de voordeur, maar stond ineens tussen zijn leerlingen terwijl het huis op slot was.
Toch was Hij geen geest, Tomas voelde met zijn vingers de wonden in Jezus’ lichaam.
Mag ik hieruit concluderen dat het daar, aan gene zijde van de dood, anders zal zijn dan hier, aan deze zijde? Anders, ja, en toch ook hetzelfde?

‘Wie van jullie gelooft dat ie na z’n dood naar de hemel gaat?’
Op die vraag zou ik geen ‘ja’ zeggen. Op dit punt volg ik de-  en mijn voorganger uit 1997.
Als ik sterf, zal mijn leven ‘met Christus verborgen zijn in God’ (Kolossenzen3vs1-4).
Meer weet ik ook niet. Is dat erg? Vind ik niet. Ik zal wel zien hoe en wat. In elk geval is het superveilig.

En na Jezus’ terugkomst zullen we leven op een nieuwe aarde en hemel.
Je vindt in de Bijbel geen voorstelling dat we daar allemaal op een wolk zitten en met gouden lepeltjes eten, zegt Hausoul. ‘De beelden waarin de Bijbel over de nieuwe aarde spreekt, en ook over Jezus’ opstanding, zijn heel herkenbaar. Ze sluiten aan bij onze werkelijkheid. Ze zeggen iets over de verlangens van God voor zijn schepping.’
In m’n preek zei ik ’t zo: De schepping om mij heen, bomen en bloemen, bergen en dalen, de Mattheüspassion, liederen van Sela en muziek van U2, mijn lief, m’n kinderen en kleinkinderen, alles en iedereen gaat mee, hoop ik, en het zal echt helemaal nieuw worden, gelouterd, zonder vervuiling, zonder valse tonen, oprecht en stralend. Echt zuiver, puur, vernieuwd!

Als hun partner sterft, vragen mensen me wel eens: zal ik hem of haar terugzien?
Ik zeg dan dat ik me eigenlijk geen toekomst kan voorstellen zonder m’n lief en de anderen.
Aan gene zijde zal ik wel even goed moeten kijken, stel ik me voor, want het zal ook zo anders zijn dan hier.
Maar dan zal ik zeggen:  ‘O, nu zie ik  het: jij bent ‘t! En wat ben je mooi, nog mooier dan op de eerste aarde!’

Delen
Share on FacebookShare on Google+Tweet about this on TwitterShare on LinkedIn